Meerjaren onderhoudsplan Landgraaf
Meerjaren onderhoudsplan Landgraaf

Ambtenaren belast met het beheer en onderhoud van gemeentelijke monumenten weten het eigenlijk allemaal. Voorkomen is beter en goedkoper dan genezen en dat vooral voor monumenten. Gelukkig wordt dit steeds breder ingezien. Vele gemeenten hebben een (onderhouds) inventarisatie gemaakt of laten maken van hun monumenten en hebben middelen ter beschikking gesteld om een meerjarenonderhoudsplan te kunnen uitvoeren.
De gemeente Landgraaf is hier een van de voorlopers en heeft Monumentenwerk Limburg benaderd om dit werk voor haar uit te voeren. De positieve ervaringen in een eerder stadium  in het kader van het opknappen van een groot deel van deze monumenten heeft hier zeker aan bijgedragen.
In overleg worden jaarlijks aan de hand van de feitelijke situatie de prioriteiten afgestemd op het beschikbare budget. Daarmee wordt voorkomen dat er onderhoudsachterstand ontstaat met alle nadelige gevolgen voor het monument en de eigenaar.

Carré boerderij Hoeve Rome

Hoeve Rome is een gemeentelijk monument in de wijk Limmel in Maastricht. Tevens is Hoeve Rome het zuidelijkste puntje van Buitengoed Geul & Maas. Hoeve Rome wordt op dit moment nog maar deels gebruikt. Enerzijds door voetbalclub RKVCL en anderzijds in de vorm van de aangelegen kinderboerderij. Hoeve Rome raakte in de loop der jaren in verval, dus werd het tijd hier wat aan te doen. De eigenaar van de Hoeve, de gemeente Maastricht gesteund door de Provincie Limburg, gaven  vooruitlopend op de herbestemming van de Carré boerderij opdracht om de hoeve te restaureren. Samen met Bouwmensen Limburg (als opleidingsbedrijf) werden letterlijk handen ineen geslagen met als resultaat dat in september jl. de aftrap werd gegeven van een bijzonder restauratietraject waarvan de directievoering in handen van Monumentenwacht Limburg ligt.
Inmiddels is een team bestaande uit circa 8 personen, jong en oud, met en zonder ervaring aan de uitdaging die restaureren heet, begonnen. Oftewel, er wordt met veel enthousiasme aan het herstel- en de instandhouding van de buitenzijde van Hoeve Rome gewerkt. Houtrot, metselwerk, gevelrenovatie, werkzaamheden aan het dak, het komt allemaal aan bod. Voor onervaren leerlingen interessant, omdat de snelheid ietsje lager ligt dan in het reguliere bedrijfsleven en er sprake is van iets meer coulance in combinatie met een hele hoge kwaliteit en begeleiding.
Het is de bedoeling deze werkwijze ook op andere projecten te gaan toepassen. Bij grotere restauratieprojecten willen we door middel van deze werkwijze invulling geven aan de ‘social return verplichting’ (inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en/of leerlingen). Dit ontzorgt de aannemer en biedt de mogelijkheid tot een unieke samenwerking van regulier bedrijfsleven, sociale werkvoorziening en onderwijs in het restauratiewerk. Doel moet zijn het creëren van meer restauratie-vakmanschap waar bedrijven straks veel vraag naar hebben.

Bekijk afbeelding
Missiehuis Sint Michael

Winfried Timmers, adviseur van het Missiehuis: ‘In opdracht van het Missiehuis hebben medewerkers van WAA groep drie grote objecten gerestaureerd: van 2012 tot 2013 werkten zij aan de ziekenbarak en het prieel in de tuin van het klooster Sint Gregor, en vanaf november 2013 werkten zij aan de muren bij dit klooster. Naar verwachting zal de restauratie van de muren eind 2014 worden afgerond.
‘De werkzaamheden aan de ziekenbarak, die in vroegere tijden diende voor het herstel van paters en broeders met longziekten, behelsden de vervanging van het dak, de vervanging van de spanten en het opruimen en vervangen van verrot hout aan de achterzijde. Nieuwe verflagen ten slotte brachten de glorie van weleer volledig terug. Gekozen werd voor de oorspronkelijke kleuren, een zacht turkoois voor de spanten en een zogeheten white wash voor de rest.
‘De WAA medewerkers vervingen ook het complete dak van het prieel. Ze verwijderden de golfplaten en het perspex waarmee het prieel was afgedicht om het in de oorspronkelijke staat weer op te opleveren. Daarnaast herstelden zij de houten versieringen onder de dragende constructie. De zitbanken, waarvan het hout onaangetast was gebleven, schilderden ze, net als het prieel zelf. De oorspronkelijke kleurencombinatie lijkt op die van de ziekenbarak, alleen is het wit hier een boterachtig geel.
‘De muren bij klooster Sint Gregor zijn onderdeel van het gebouwencomplex van het Missiehuis. Alweer gingen de WAA-medewerkers bijzonder zorgvuldig te werk. Ze maakten de muren schoon, repareerden die en brachten nieuw voegwerk aan. De betongegoten afdekvorm die de muur in het verleden tegen verval moest beschermen, was niet meer verkrijgbaar. Op eigen initiatief, en in overleg met Monumentenwacht Limburg, heeft WAA groep gezocht naar een passende vervanging. De nieuwe betonnen dekplaten geven niet alleen de muren een degelijke uitstraling, ook de entree naar het klooster is er aantrekkelijker op geworden.
‘Tijdens beide restauratiefases waren de WAA-medewerkers doordrongen van zowel de monumentale kwaliteit van de objecten als van de kwaliteit van de materialen – ze letten er goed op dat er geen materiaal verloren ging. Hun verantwoordelijkheidsgevoel was groot. Ze zetten zich in met hart en ziel.
‘Mede door de succeservaringen met WAA groep heeft het Missiehuis het plan opgevat een Ambachtsschool Nieuwe Steyl op te zetten. Verspreid over de diverse werkplaatsen van de broeders kunnen mensen die moeten re–integreren op de arbeidsmarkt, alsook mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, en vroegtijdige schoolverlaters zich bekwamen in ambachtsvakken. Daar is op dit moment veel behoefte aan. Het gaat nog even duren voor het zover is – momenteel zitten we nog in de voorbereidende fase – maar vanzelfsprekend vormt WAA groep een van onze partners.’

Oude Kerkhof Roermond

Kees van der Zwaan, secretaris Stichting Oude Kerkhof Roermond: ‘Het lijkenhuisje op het Oude Kerkhof in Roermond stamt uit 1880. Rond 1910 werd er een uitbouw aan toegevoegd. Het huisje is eigendom van de gemeente. Zij gaf na rapportage door Monumentenwacht Limburg opdracht tot restauratie. Het lijkenhuisje bleek op instorten te staan.
‘Medewerkers van de Westrom voerden het grootste deel van het restauratieproject uit. Ze begonnen in 2011. Een jaar later waren ze klaar. Sinds de opening in 2012 vervult het lijkenhuisje voor Stichting Oude Kerkhof overigens een museale functie. De mensen van de Westrom herstelden de draagconstructie van het dak en het dakbeschot ter bevestiging van de leien. Bij de aanbouw herstelden ze het platdak en voorzagen dat van nieuw dakleer en zinkwerk. Daarnaast namen ze de restauratie van de toegangsdeuren voor hun rekening.
‘Door afwatering was het voegwerk deels verdwenen uit de buitenmuren. Waar nodig vervingen ze oude stenen door nieuwe en nieuwe geprofileerde stenen. Het voegwerk kwam eveneens op het conto van de sociale werkvoorzieningmedewerkers. Binnenwerks verwijderden ze de kalklaag van de muren die ze voorzagen van nieuw voegsel.
‘De oorspronkelijke vloer van kleine basaltkeien moest tijdelijk worden verwijderd. Na het aanleggen van de nodige leidingen herplaatsten de medewerkers de basaltkeien in kalkcementspecie met afschot naar het putje voor de opvang van de vloeistoffen.
‘In de aanbouw bouwden ze een nieuwe toiletruimte, aangepast voor invaliden. De oude toiletruimte bouwden ze om tot meterkast. Tot slot knapten ze het kantoortje op.
‘Bijzonder onder de indruk was ik van het werk van de timmerman. Het herstel van de houten draagconstructie, het houten schot voor het leien dak van het lijkenhuisje en de aanwezige houten deuren vond met de gewenste zorg plaats.’

Kerkbestuur Heilig Hart

Jos Borghans, lid kerkbestuur van de Heilig Hart van Jezus Parochie te Nieuwenhagerheide: ‘De Maria van de Vredekapel in het bos bij de Kleikoelenbergweg in Nieuwenhagerheide is gebouwd in 1946 als dank voor de vrede. Tegenwoordig behoort de kapel toe aan de gemeente. Voorheen was de kerk eigenaar.
‘In 2013 gaf de gemeente opdracht tot renovatie. Gedurende de zomermaanden vernieuwden medewerkers van de MTB Maastricht de dakleien en een gedeelte van de onderlaag. Ze maakten de buitenkant van de kapel deels schoon en brachten nieuw voegwerk aan. Vrijwilligers verbonden aan de kerk maakten de binnenkant schoon. Een kunstenaar, eveneens verbonden aan de kerk, kleurde vervolgens de schilderingen op.
‘Over het werk kan ik kort zijn. Wat verricht is, is verricht naar ieders tevredenheid. Aan de mensen van de sociale werkvoorziening was niets raars of asociaals. In tegendeel: ze stelden zich zeer professioneel op.’